BUXUS

Stadsplant bij uitstek

In de stad is er geen plant zo populair als Buxus. De Nederlandse naam is palmboompje, maar er is geen hond die hem zo noemt. Wel hoor je hier als spreektaal vaak de naam 'buk us'. Al eeuwenlang wordt deze wintergroene struik als haagje in grachtentuinen toegepast. De groene patronen waren dan, vanaf de belle-etagé waar de rijke Amsterdammers woonden, ook in de winter nog goed te zien. In de zomer trokken de welgestelde bewoners de stad uit om naar hun buitenhuizen bijvoorbeeld langs de Vecht te gaan. Niet zo gek, want het schijnt hier in de zomer gruwelijk gestonken te hebben. Tegenwoordig verhuist in de zomer een bovenmodale Amsterdammer naar Bakkum. 

De buxus is nu op zijn allermooist. Hij is goudgeel en de jonge blaadjes zien eruit om op te vreten. Toch gaan we hem meestal na de ijsheiligen - half mei - snoeien. Dit om het model niet verloren te laten gaan. In augustus of september doen we dat nog een keertje. Snoei als de struik niet kurkdroog is. Zijn de takken droog dan zijn ze stugger. Wacht liever tot de blaadjes na een regenbuitje een tikkie vochtig zijn. Ziet jouw buxus er niet echt lekker uit dan kan dat veel oorzaken hebben. Kijk voor meer informatie op www.tuinieren.nl/a/ziekten-en-plagen/buxus-ziekte-2